HISTORIE

Giulia_di_Barolo

Hoewel de Nebbiolo-druif een geschiedenis heeft die teruggaat tot de 13e eeuw, begon het woord "Barolo" pas halverwege de 19e eeuw op etiketten te verschijnen, rond dezelfde tijd dat er glazen flessen in de regio werden geïntroduceerd (daarvoor was er alleen wijn op vat te verkrijgen).

Vóór het midden van de 19e eeuw werd Barolo drastisch anders gemaakt dan heden ten dage, in een rijk zoete en fruitige stijl.
De waarheid over wie de eerste droge Barolo heeft gemaakt is nog steeds niet achterhaald. Eén versie begint halverwege de 19e eeuw, toen Camillo Benso, graaf van Cavour (ook medeverantwoordelijk voor de Italiaanse eenwording) een kans zag om het landgoed van zijn familie in Grinzane te moderniseren door de wijnbereidingstechniek te verbeteren en een monocultuur van wijnstokken te introduceren. Hij riep de hulp in van de Fransman Louis Oudart als oenoloog, deze Oudart had een methode waarmee hij de Nebbiolo volledig droog kon fermenteren. Daarmee was hij de eerste wijnmaker die een moderne Barolo maakte.

In dezelfde periode had ook een edelvrouw genaamd Giulietta Falletti (markiezin van Barolo) de hulp ingeroepen van Louis Oudart en ook voor haar ontwikkelde hij een wijn in Bordeaux stijl van de druiven afkomstig van haar uitgestrekte landgoederen in La Morra, Serralunga d'Alba en Barolo. Deze wijnen trokken de aandacht van koning Carlo Alberto di Savoia. Hij was zo van de wijnen onder de indruk dat het hem inspireerde om de landgoederen nabij Verduno en Roddi te kopen voor eigen wijnproductie.

Ondertussen begon ook Emanuele Alberto Guerrieri, onwettige zoon van Vittorio Emmanuele II (graaf van Mirafiori en de eerste koning van Italië) rond dezelfde tijd met het planten van wijnstokken rond een familiehuis genaamd Fontanafredda, in de buurt van Serralunga d'Alba. Tegenwoordig is Fontanafredda nog steeds een van de meest bekende Barolo-producenten met een van de grootste aangrenzende wijngaarden in de Langhe.

Het was de associatie met de toenmalige heersende dynastieën van Italië die Barolo de bijnaam 'de wijn der koningen, de koning der wijnen' opleverde. Een naam die het tot op de dag van vandaag nog steeds met verve en trots draagt!

 

Voortschrijdend inzicht of patriottisme?

Het idee dat Barolo ooit een zoete wijn was en dat er een Franse oenoloog voor nodig was om er een droge wijn van te maken, is onlangs op basis van nieuw onderzoek door Kerin O'Keefe (schrijfster van het hoogst interessante boek Barolo & Barbaresco; The King and Queen of Italian wine) ter discussie gesteld.

Volgens deze herziening van Barolo's geschiedenis was Paolo Francesco Staglieno verantwoordelijk voor de moderne droge versie. Hij was de auteur van een handleiding voor het maken van wijn, Istruzione intorno al miglior metodo di fare e conservare i vini in Piemonte, gepubliceerd in 1835. Het was Staglieno die werd aangesteld als oenoloog door Camillo Benso, conte di Cavour en die hem tussen 1836 en 1841 op zijn landgoed in Grinzane liet experimenteren met de wijnen gemaakt met Nebbiolo druiven. Het was de taak van Staglieno om kwaliteitswijnen te produceren die geschikt waren om ze lang te conserveren en stabiel genoeg waren om te worden geëxporteerd. Staglieno fermenteerde de wijnen droog, iets dat in die tijd de Staglieno-methode werd genoemd.

Oudart was een druiven- en wijnhandelaar, geen oenoloog, die begin 1800 naar Genua verhuisde en een wijnmakerij oprichtte, Maison Oudard et Bruché. Tegen de tijd dat Oudart in Alba opdook, volgden koning Carlo Alberto en Camillo Benso al de richtlijnen van Staglieno en produceerden beiden droge Barolo wijnen. Deze herziene versie van de geschiedenis van Barolo werd positief aanvaard door andere experts.